Investeren

Bytesnet begon twintig jaar geleden als een stichting. ­Managing director: “We hebben toen een ­samenwerking opgezet met de gemeenten Groningen en Rotterdam. In de loop van de tijd zijn we echter steeds meer commerciële diensten in- en rondom het datacenter aan gaan bieden. Daar vroegen onze klanten ook steeds vaker naar.” Daarom besloot Bytesnet in 2008 om de dienstverlening, die zich steeds meer richtte op datacenterdiensten en netwerkconnectiviteit, onder te brengen in een commercieel bedrijf. Bytesnet heeft twee ­eigen data­centers. Een in Rotterdam en sinds 2018 in Groningen. “Ons noordelijke datacenter biedt klanten niet alleen state-of-the-art dienstverlening, maar weerspiegelt ook de ambities die Bytesnet heeft op het gebied van duurzaamheid en faciliteert daarmee op duurzame wijze high-density computing.”

Duurzaamheid

Het datacenter op Zernike Campus heeft een oppervlakte van vijfduizend vierkante meter. De helft van het vloeroppervlak is voor servers met data en computersystemen van klanten. Ongeveer 1.000 vierkante meter is bestemd voor technische ruimtes en in de resterende 1.500 vierkante meter zijn kantoren en een ‘Datalab’ gerealiseerd.

Van Dijk: “De vraag naar meer en snellere rekencapaciteit blijft groeien. Bijna exponentieel. Dat betekent ook dat het elektriciteitsverbruik per vierkante meter stijgt, waardoor tegelijkertijd het duurzaamheidsvraagstuk van IT steeds prangender wordt.” Bytesnet zegt hier altijd bijzondere aandacht voor gehad te hebben. “Zo hadden we tien jaar geleden in ons Rotterdamse data­center als eerste de ‘Kyoto koeling’-oplossing, een concept voor vrije koeling. Dat is vandaag de dag niet meer bijzonder, maar toen liepen we op dat vlak ver voorop.” Ook nu probeert Bytesnet voorop te blijven lopen. Zo beschikt het datacenter in Groningen inmiddels over een verbinding naar het lokale warmtenet van Warmtestad Groningen. Daardoor worden later dit jaar instellingen en bedrijven in het noordelijke deel van de stad voorzien van duurzame warmte gegenereerd door de computers in het datacenter.

Daarnaast worden de HPC-systemen gekoeld door deze onder te dompelen in olie, zogenaamde ‘immersed cooling’. Dit heeft een hogere temperatuur van de restwarmte tot gevolg, waardoor een nog hoger rendement wordt bereikt en de duurzaamheid van het datacenter verder wordt verbeterd. Verder is Bytesnet deelnemer in een groot innovatieproject in Noord-Nederland voor de toepassing van groene waterstof met het datacenter als ­pilot case. Volgens Van Dijk zitten de duurzaamheidsambities van Bytesnet dus niet alleen in het optimaliseren van de efficiëntie van de installaties. “We willen ook baanbrekende stappen maken om een wezenlijk anders energieconcept voor een ­datacenter mogelijk te maken.”

100 procent Nederlands

Naast de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, wordt de markt voor High Performance Computing (HPC) steeds belangrijker. Leo de Vries, Businessline Manager HPC & Data Analytics bij Bytesnet: “Dat is echt één van onze speerpunten geworden, naast onze reguliere cloud infrastructuur.” De HPC-oplossing wordt door Bytesnet geleverd aan verschillende Nederlandse onderzoekscentra en partijen die veel data bezitten én verwerken. ­“Feitelijk bieden we onze klanten een oplossing wanneer zij niet meer in eigen hardware willen investeren, maar dit als clouddienst gaan af­nemen.” De Vries ziet dat veel ­grote bedrijven hiervoor uitwijken naar AWS of Google Cloud. “Maar er zijn ook partijen die hun data niet willen opslaan in een publieke cloud. Zij willen weten waar hun data terechtkomen en voorkomen dat dit onder de Amerikaanse wetgeving valt.”

Op die wensen speelt Bytesnet in. De Vries: “We zijn een honderd procent Nederlands bedrijf en kunnen garanderen dat we aan alle relevante wetgeving voldoen. We bieden dus IaaS aan, met een grote nadruk op dataveiligheid.” Een klant die ­vanwege die reden voor HPC van Bytesnet heeft gekozen is iDNA (institute for DiagNostic Accuracy). Dit private onderzoeksinstituut was één van de eerste HPC-klanten van Bytes­net en verricht onderzoek naar de screening van longkanker. Hiervoor wordt veel gebruikgemaakt van artificial intelligence. “En daar is veel rekenkracht voor nodig, maar ook de veilige opslag van data van ­patiënten. Dat kunnen wij als geen ander bieden”, zegt Van Dijk.

De Vries: “Onze HPC-klanten ­beschikken niet alleen over de rekenkracht om hun data te verwerken, maar profiteren ook van flexibiliteit op verschillende vlakken. Zo kunnen zij, indien gewenst, flexibel extra resources toevoegen. De investeringen nemen wij voor onze rekening. Een onderzoeker moet kunnen onderzoeken, en niet bezig zijn met het investeren en life cycle management van zijn omgeving.” We maken gebruik van het platform OpenStack; dit is open source en daarom zijn de kosten voor licentiesoftware relatief laag, stelt de Vries. “Waardoor de prijs-prestatieverhouding nog beter in balans is. Bovendien kunnen klanten kiezen voor flexibiliteit dankzij verschillende abonnementsmodellen. Denk aan een vast bedrag per maand, of een pay-per-use model.”

Transparantie

Naast duurzaamheid speelt ook transparantie een belangrijke rol binnen het bedrijf. “We hebben ­private Nederlandse aandeelhouders en hebben geen risico-investeerders uit het buitenland die uit zijn op kortetermijnwinsten. Daardoor hebben we aan een robuuste toekomstfilosofie kunnen bouwen en bieden we volledige transparantie.” Die transparantie komt ook naar voren in het Groningse datacenter. Van Dijk: “We zitten daar op het universiteits­terrein en de voorkant van het gebouw is publiek toegankelijk.” In dit zogenoemde Data Competence Center kunnen studenten colleges volgen en onderzoek doen. De Vries: “Het datacenter zelf voldoet natuurlijk aan alle veiligheidsvereisten. Maar aan de voorkant zijn we toegankelijk voor iedereen. Het is belangrijk dat studenten zien dat zij niet per se naar de Randstad hoeven voor hun onderzoek. Wij zorgen ervoor dat zij hun IT-projecten dichtbij in praktijk kunnen brengen. Die toegankelijkheid en transparantie onderscheiden ons van andere datacenters.”

[Dit artikel is eerder gepubliceerd in Datacenter Cloud Dossier 2022]

Gepubliceerd op: 24 mrt 2022